De Volkskrant, Voorkant, 6 mei 2004

Arno Haijtema

 

Ogen vol ernst en ervaring

 

De Utrechtse fotografe Cuny Janssen (29) maakt al jarenlang portretten van kinderen over de hele wereld. Het is een project dat vermoedelijk, voorspelt ze zelf, haar hele leven in beslag zal nemen. Ze fotografeerde onder meer in Nederland, Noorwegen en India - warme, intieme portretten van kinderen thuis, in hun vertrouwde, veilige  omgeving. Janssen stuurde die foto's in voor de Prix de Rome 2002, de belangrijkste onderscheiding in Nederland voor kunstenaars tot en met 35 jaar, en won de tweede prijs.

Eén van de juryleden van de Prix de Rome was Oliviero Toscani, de beroemde Italiaanse fotograaf, die ooit spraakmakende reclamecampagnes maakte voor het modemerk Benetton. Hij prees Janssens vermogen om via de camera contact te leggen met de kinderen, en de intense belangstelling die Janssen voor haar jonge modellen aan de dag legt.

Maar Toscani had ook kritiek. Janssen, zo opperde hij, zou meer risico moeten durven nemen. Niet alleen kinderen, die relatief veilig en beschermd opgroeien, fotograferen, maar ook de kinderen die in uitzonderlijke, gevaarlijke omstandigheden leven. Ze moest het gevaar opzoeken.

Janssen trok zich Toscani's kritiek aan. In 2003 reisde ze naar Macedonië, één van de potentiële brandhaarden en twistpunten op de Balkan. Ze bleef er een aantal maanden en trok naar vluchtelingenkampen en opvangcentra. Ze portretteerde er de kinderen van talrijke nationaliteiten en etnische afkomsten - zoals Macedoniërs, Albanezen en Roma - zigeuners. Niet dat hun afkomst er voor Janssen toe deed; zij stelde zichzelf ten doel te onderzoeken hoe kinderen traumatische gebeurtenissen doorstaan, zoals oorlog, blootstaan aan levensgevaar en halsoverkop vluchten.

Het eerste resultaat van Janssens onderzoek is gebundeld in haar fotoboek Macedonia, dat deze week verschijnt. Er zijn geen kinderen te zien met verminkingen of amputaties. Op de blote bast van een jongetje zijn wat schrammen te zien, onder zijn neus schrijnt een schaafwondje - zulke subtiele beschadigingen laat oorlogsgeweld niet na.

Ogenschijnlijk hebben de kinderen, die in de regel met hun hele familie zijn gehuisvest in éénkamerflatjes, hun draai gevonden. Ze hebben kleren, zijn niet ondervoed en stralen een misschien wat verveelde maar toch niet relaxte houding uit. Ze wachten kalm op betere tijden.

Maar schijn bedriegt. Wie langer kijkt, bladerend door Macedonia, zal erkennen dat het woord 'ogenschijnlijk' bij de portretten van deze kinderen ongelukkig gekozen is, bijna misplaatst. Als ergens de werkelijkheid van vervolging, angst en trauma is gestold, dan is het in de ontzagwekkende ernst die juist uit de ogen van deze kinderen spreekt. Uit hun blikken spreken ervaring en een zekere wijsheid, die angstig maken, omdat ze niet te rijmen zijn met hun jonge leeftijd.

In Macedonia wisselt Janssen de kinderportretten af met foto's van lege landschappen - ongerepte beelden van Macedonische bergen, meren, bossen. Onherroepelijk mengen de landschappen zich met de ongeschreven geschiedenissen van de kinderen.

En onvermijdelijk verliezen de bossen en bergen hun paradijselijke onschuld.